Categoriën

Archief

Para dressuur

Voor diegene die niet zo thuis is in de para dressuur hieronder een korte uitleg over hoe het systeem met de verschillende handicap klasses (grades) werkt. Ook probeer ik een aantal veel voorkomende vragen te beantwoorden.

Er zijn in totaal 5 grades, grade 1 t/m 5, Een ruiter in grade 1 heeft de zwaarste handicap en rijdt de relatief eenvoudigste proef. Een ruiter in grade 5 heeft in verhouding de lichtste handicap en moet de moeilijkste proeven rijden.

Ruiters en amazones in grade 1 zitten meestal in een rolstoel of kunnen in ieder geval niet zelfstandig lopen. Ik ben zelf ingedeeld in grade 2, daarin zitten ook mensen die meerdere ledematen missen of deze niet kunnen gebruiken bij het rijden. Blinden rijden in grade 3, samen met bijvoorbeeld ruiters en amazones die één ledemaat missen. Je wordt ingedeeld in grade 4 wanneer je een deel van een ledemaat mist of problemen hebt met een hand of voet.

Om te bepalen in welke grade iemand thuishoort wordt iedereen gekeurd door een hiertoe bevoegde arts. Deze arts kijkt alleen maar naar wat de mogelijkheden zijn van iemand op het paard, en niet in het dagelijks leven. Zo kan het gebeuren dat iemand waarvan de handicap er heel ernstig uitziet in dezelfde klasse rijdt als iemand waaraan (bijna) niets te zien is. Problemen met de balans en motoriek zijn bijvoorbeeld vaak moeilijk te zien maar wel heel lastig met paardrijden. Tijdens de classificatie worden allerlei testen gedaan waar een score aan toe wordt gekend. Vaak op een schaal van 0 tot 5, waar een 0 betekend dat de test niet uitgevoerd kan worden, en een 5 dat de test zonder beperkingen uitgevoerd kan worden. Vervolgens worden alle scores opgeteld en wordt aan de hand van de totaalscore bepaald welke grade daarbij hoort.

Een nadeel van dit systeem is dat er geen promotie of degradatie mogelijk is zoals in de reguliere wedstrijdsport, de handicap van de ruiter/amazone is immers bepalend voor de grade waarin iemand moet rijden. In principe is het alleen mogelijk om van grade te veranderen als er iets veranderd in de handicap. Het is wel toegestaan om één grade hoger te starten dan de grade waarin je bent gekeurd.

Ik krijg via deze site ook geregeld vragen, hieronder probeer ik een aantal veel voorkomende te beantwoorden. Meer vragen zijn natuurlijk van harte welkom.

Ik begrijp niet dat iemand die in de reguliere wedstrijdsport ook in de hogere klassen goed presteert in de aangepaste sport mag rijden. Hoe zit dat?
De reguliere wedstrijdsport en de aangepaste sport staan helemaal los van elkaar. Prestaties in de reguliere sport hebben geen enkele invloed op de aangepaste sport en omgekeerd. Dit komt ook doordat het uitgangspunt van beiden heel verschillend is. In de reguliere sport is in principe de graad van africhting van het paard bepalend voor het te rijden niveau, terwijl dit in de aangepaste sport de handicap van de ruiter of amazone is.

Zolang de classificatie klopt is er denk ik weinig mis mee wanneer iemand in de reguliere sport op een hoger niveau start dan in de aangepaste sport. Ik rij in ‘mijn’ grade II alleen maar stap en draf proeven, terwijl ik afhankelijk van het paard ook kan galopperen. Een B of een L proef is in die zin al moeilijker dan mijn proeven in de aangepaste sport, maar waarom zou ik die niet mogen rijden? Omdat het wedstrijdaanbod in de aangepaste sport beperkt is en de afstanden erg groot kan het heel nuttig en praktisch zijn om ook in de reguliere sport te starten om meer ringervaring op te doen.

Ik begrijp heel goed dat het vreemd overkomt wanneer iemand die op het oog weinig mankeert de ene week goed presteert in de reguliere sport, en de andere week het opneemt tegen sporters met een ogenschijnlijk veel zwaardere handicap in de aangepaste sport. Toch hoeft er dan helemaal geen sprake te zijn van ‘vals spel’. Zoals hierboven ook al aangegeven zijn niet alle beperkingen even zichtbaar en gaat het erom wat iemand kan op het paard. Wat iemand daarnaast in het dagelijks leven wel of niet kan doet er hoe vervelend ook niet toe.

Wanneer ben je ‘gehandicapt genoeg’ om te mogen starten in de aangepaste sport?
Dat is in sommige gevallen een lastige vraag die beantwoord moet worden door de keuringsarts tijdens de classificatie. Zoals hierboven al genoemd wordt er een totaalscore bepaald, en vervolgens gelden de volgende criteria:

  1. Een sporter moet meer dan 15% verlies van kracht, bereik of coördinatie hebben in een ledemaat of de romp.
  2. Iedere sporter moet een erkende medische aandoening hebben welke een beperking tot gevolg heeft die objectief kan worden gemeten. Symptomen zoals pijn voldoen niet.
  3. Bepaalde aandoeningen zijn wanneer ze voorkomen zonder verdere fysieke beperkingen niet voldoende om geclassificeerd te kunnen worden, zoals huidaandoeningen en epilepsie.

Een beperking van minimaal 15% is in mijn ogen niet erg veel. Dit zorgt er voor dat de (internationale) top in grade IV voornamelijk bestaat uit professionele ruiters en amazones, die ook volop actief zijn in de reguliere sport. Er is wel eens discussie of dit een wenselijke situatie is, maar zolang de regels zo zijn valt de betrokken sporters weinig te verwijten.

Waarom bestaat er geen promotie/degradatie systeem zoals in de reguliere sport?

Sporters met een beperking mogen met de benodigde aanpassingen ook regulier starten. Waarom wordt de aangepaste sport niet helemaal geïntegreerd?